Reparatie Besluit uitvoering Chw middels 13e tranche

Reparatie Besluit uitvoering Chw middels 13e tranche

Op 3 februari jl. heeft de Afdeling een belangwekkende uitspraak gedaan inzake het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (ECLI:NL:RVS:2016:201). De Afdeling heeft het bestemmingsplan ‘Spoorzone’ van de gemeente Culemborg vernietigd omdat het was gebaseerd op een aantal bepalingen van het Besluit uitvoering Chw die onverbindend moeten worden geacht. Een vergelijkbare uitspraak deed de Afdeling inzake het inpassingsplan ‘Logistiek Park Moerdijk’. Vanwege de potentieel grote gevolgen voor gemeenten die experimenteren met ‘bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte’, zegde de Minister van Infrastructuur en Milieu spoedige reparatie toe. Inmiddels is het ontwerp besluit tot reparatie van het Besluit uitvoering Chw middels een tussentijdse (13e) tranche, aan de Tweede Kamer toegezonden, met beoogde inwerkingtreding – en dus reparatie – met terugwerkende kracht. 

Gemeenten kunnen een project laten aanwijzen als innovatief project als bedoeld in de Crisis- en herstelwet. Daardoor krijgen gemeenten de kans om vooruit te lopen op de Omgevingswet en te experimenteren met ruimere planologische en milieuregels (de pilot ‘verbrede reikwijdte bestemmingsplan’). Er kan bijvoorbeeld worden afgeweken van bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), de Wet geluidhinder (Wgh), het Besluit geluidhinder (Bgh), de Wet milieubeheer (Wm) en het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Zo was ook het project ‘Spoorzone’ van de gemeente Culemborg aangewezen onder deze bijzondere voorziening van de Chw. De gemeente maakte in het bestemmingsplan voor dit project onder meer gebruik van de mogelijkheid die artikel 7c lid 2 van het Besluit uitvoering Chw biedt, om een langere looptijd dan de standaard 10-jaars planperiode te hanteren. Het betreffende artikel werd echter door de Afdeling onverbindend verklaard, met alle gevolgen van dien.

In artikel 7c van het Besluit moet namelijk op grond van artikel 2.4 lid 3 aanhef en onder b Chw zijn opgenomen wat de ten hoogste toegestane tijdsduur is van de afwijkingen die mogelijk worden door gebruik te maken van artikel 7c. Dit was in het besluit niet opgenomen. Ten aanzien van de langere planperiode bijvoorbeeld, was is niet bepaald of na afloop van de looptijd van 20 jaar opnieuw een bestemmingsplan voor 20 jaar kan worden vastgesteld. Omdat de maximale tijdsduur in artikel 7c leden 2, 6 en 7 niet staat opgenomen, hetgeen in strijd is met de Crisis- en herstelwet, hebben deze artikelleden volgens de Afdeling geen verbindende kracht.

Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Spoorzone had de raad dus niet mogen uitgaan van de mogelijkheid van lid 2, de planperiode van 20 jaar. Omdat het plan binnen 10 jaar niet uitvoerbaar was, is het vastgestelde plan in strijd met de goede ruimtelijke ordening en als gevolg daarvan kon het bestemmingsplan niet in stand blijven.

Voor de andere gemeenten die in artikel 7c van het uitvoeringsbesluit zijn aangewezen om voor bepaalde projecten te experimenteren met ruimere planologische en milieuregels vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt, dat zij door de uitspraak van de Afdeling voor hun projecten geen gebruik meer kunnen maken van de afwijkingsmogelijkheden die het uitvoeringsbesluit op dit punt bood. Het spreekt voor zich dat de wetgever deze omissie zo spoedig mogelijk wenst te repareren. Gemeenten die voornemens zijn om te experimenteren met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte en daartoe zijn aangewezen, het gaat om 19 plangebieden in 17 verschillende gemeenten – hebben er uiteraard groot belang bij dat de planprocedure niet stagneert.

Op Kamervragen aan de Minister van I&M omtrent het effect van de uitspraak van de Afdeling voor gemeenten aan wie is toegezegd om via de Chw te mogen experimenteren met ruimere planologische- en milieuregels antwoordde de Minister op 29 februari jl.:

“Mijn inzet is dat de uitspraak van de ABRvS uiteindelijk geen consequenties heeft voor de gemeenten en provincies aan wie is toegezegd om via de Crisis-en herstelwet te mogen experimenteren vooruitlopend op de Omgevingswet. Het bestemmingsplan Spoorzone Culemborg en, om dezelfde reden, het inpassingsplan Logistiek Park Moerdijk zijn vernietigd. Bij mijn weten liggen er op dit moment geen andere experimentele bestemmingsplannen of inpassingsplannen onder de rechter. Ik wil het Besluit Crisis-en herstelwet repareren via de 13etranche. Ik kom hiervoor zo snel mogelijk bij u terug in verband met de voorhang. Mijn inzet is om de reparatie met terugwerkende kracht inwerking te laten treden zodat de gevolgen voor gemeenten en provincies nihil zijn. Tot het moment dat de reparatie in werking is getreden is het verstandig om geen bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte vast te stellen.” 

Inmiddels heeft de Minister een ontwerpbesluit ter reparatie (met terugwerkende kracht) van de regels voor het uitvoeren van experimenten met de Crisis- en herstelwet , aan de Tweede Kamer aangeboden en in de Staatscourant gepubliceerd. Het gaat om een tussentijdse, 13e (!), tranche van het Besluit uitvoering Chw, “houdende een aanvulling en verduidelijking van de ten hoogste toegestane tijdsduur van de krachtens artikel 2.4 van de Crisis- en herstelwet bij wege van experiment toegestane afwijkingen (dertiende tranche)”: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-14147.html.

Deze tranche bevat geen nieuwe experimenten of nieuwe deelnemers aan bestaande experimenten.In artikel II van het besluit wordt de inwerkingtreding van de 13e tranche geregeld. Gelet op de aard van de in deze tranche opgenomen wijzigingen, wordt met het oog op de geldigheid en rechtszekerheid van alle reeds op basis van de achtereenvolgende tranches op grondslag van artikel 2.4 Chw door bestuursorganen genomen of in voorbereiding zijnde besluiten, gekozen voor inwerkingtreding met terugwerkende kracht. De terugwerkende kracht wordt verleend tot de datum van inwerkingtreding van de eerste tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, waarin het desbetreffende experiment was opgenomen.

De verwachting is dat het reparatiebesluit op zijn vroegst in juli (vier weken consultatie, 3 maanden advies Afdeling Advisering Raad van State), doch uiterlijk september 2016 in werking zal treden.

April 2016
Auteur: mr. M. Pals-Reiniers