Handicap, psychische toestand of verslaving geen excuus voor het produceren van drugs in een huurwoning

In het begin van 2020 wees de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant twee ontruimingen toe vanwege het produceren van soft- en harddrugs in een sociale huurwoning. Bijzonder aan de te ontruimen huurders is dat beiden te kampen hebben met de nodige persoonlijke problematiek.

Hennepkweek

Bij een huurder die in een rolstoel zit vanwege een dwarslaesie is in de schuur een (in afbouw zijnde) hennepkwekerij aangetroffen waarin 326 gram gedroogde hennep is aangetroffen. Daarnaast zijn een aantal hennep gerelateerde goederen aangetroffen en is de elektriciteit illegaal afgetapt.

De woningcorporatie vorderde ontruiming omdat de huurder het gehuurde aanwendde voor commerciële criminele activiteiten, bedrijfsmatig gebruik en handelingen heeft verricht in strijd met de Opiumwet.

De huurwoning betreft een aangepaste woning die geschikt is voor deze huurder en hij geeft aan dat er geen geschikte alternatieve woonruimte voor hem beschikbaar is.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de huurder is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst door hennep te kweken. Van een tekortkoming die gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis een ontbinding van de huurovereenkomst niet zou rechtvaardigen is geen sprake.

De voorzieningenrechter benadrukt dat het algemeen bekend is dat het produceren van softdrugs in de nabijheid van woningen aanzienlijke overlast en veiligheidsrisico’s voor omwonenden kan opleveren. Dat de huurder vanwege zijn handicap afhankelijk is van een aangepaste woning had hem er juist van moeten weerhouden om hennep te gaan kweken, omdat hij moest beseffen dat er niet zo maar een andere woning met dergelijke voorzieningen voor hem beschikbaar zal zijn. Deze persoonlijke omstandigheden staan een ontruiming van de huurwoning daarom niet in de weg. Wel ziet de voorzieningenrechter in de persoonlijke omstandigheden van de huurder voldoende aanleiding om van de gebruikelijke ontruimingstermijn van 14 dagen na betekening van het vonnis af te wijken. De ontruimingstermijn is bepaald op vier weken.

GHB productie

Bij de andere huurder is een grote hoeveelheid GHB aangetroffen nadat hij door de politie onder invloed van GHB werd aangetroffen in zijn huurwoning. In de woning werden productiematerialen gevonden, waaronder flessen gootsteenontstopper, maatbekers en diverse pannen alsmede een grote hoeveelheid doorzichtige flessen. In de keuken stond zelfs een pan met daarin GHB. Deze huurder stelt dat het politierapport onvolledig is, omdat de exacte hoeveelheid GHB niet is gemeten.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de huurder is tekortgeschoten in het nakomen van de verplichtingen uit zijn huurovereenkomst vanwege het produceren van GHB. De huurder brengt naar voren dat hij last heeft van psychische stoornissen, waarbij de GHB een onderdrukkend effect heeft, en dat dus sprake is van bijzondere omstandigheden die maken dat een ontruiming onevenredig zwaar voor hem is.

De huurder onderbouwt zijn ziektebeeld echter onvolledig en de voorzieningenrechter overweegt daarover dat door het doorgaans bijzondere hardnekkige karakter van een GHB-verslaving én de combinatie met de – kennelijke – onverminderd forse psychiatrische problematiek, onvoldoende waarborgen bestaan om te voorkomen dat de huurder op de korte of middellange termijn opnieuw ontspoort. Dat de huurder stelt dat hij hulpaanvragen heeft gedaan bij hulpverlenende instanties maakt dit niet anders.

De voorzieningenrechter wijst de ontruiming van de huurwoning toe binnen de gebruikelijke termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis.

Conclusie

Uit deze twee zaken blijkt nog maar eens dat persoonlijke omstandigheden van een huurder juist maken dat een huurder zich moet onthouden van drugsgerelateerde activiteiten en een ontruiming van een woonruimte niet in de weg staan.

Bart Poort, januari 2020

Contactpersonen: