Ste(r)k(k)er uit het cont(r)act: hoe te anticiperen op netcongestie bij aanneming van werk

Netcongestie is tegenwoordig een aspect om rekening mee te houden bij het sluiten van een aannemingsovereenkomst. Een vertraagde aansluiting op het elektriciteitsnet van een werk kan anders zo maar zorgen voor kortsluiting in de onderlinge contractuele relatie, met alle nadelige (financiële) gevolgen van dien. Het is daarom aan te bevelen om op dit vertragingsrisico te anticiperen in de aannemingsovereenkomst. Hiertoe worden in dit blog een aantal suggesties gedaan.

Welke bepalingen grijpen in op een vertraagde aansluiting als gevolg van netcongestie?

De navolgende bepalingen in een aannemingsovereenkomst kunnen ingrijpen op een vertraagde oplevering van het te realiseren werk als gevolg van het niet verkrijgen van een netaansluiting in verband met netcongestie:

  1. de bepaling(en) waarin de bouwtijd/de opleverdatum van het werk is vastgelegd en de veelal in samenhang daarmee overeengekomen boete(s)/korting(en);
  2. de bepaling die ziet op de betaling van de aanneemsom en de veelal in dat kader overeengekomen termijnenregeling.

 Ad i. De bouwtijd/oplevering van het werk en daarmee samenhangende korting/boete

Een aannemer is gehouden het aan hem opgedragen en door hem aangenomen werk op tijd te realiseren. Daartoe wordt er veelal een concrete opleverdatum overeengekomen of een bouwtijd. Wordt de overeengekomen opleverdatum of bouwtijd overschreden, kan daar contractueel een korting/boete/(al dan niet gefixeerde)schadevergoeding aan gekoppeld zijn. Dit roept de vraag op in hoeverre een overschrijding van de overeengekomen bouwtijd of opleverdatum, als gevolg van vertraging in de realisatie van de netaansluiting door het nutsbedrijf, aan de aannemer is toe te rekenen of dat deze wellicht een geslaagd beroep kan doen op termijnverlenging, bijvoorbeeld als gevolg van overmacht. Partijen kunnen hier ook concreet zelf afspraken over maken en deze opnemen in de aannemingsovereenkomst. Enkele suggesties:

  • gelet op het feit dat thans niet vaststaat binnen welke (redelijke) termijn een aansluiting door de netbeheerder moet zijn gerealiseerd, doen partijen er goed aan om tijdig in (voor)overleg te treden met de netbeheerder om te informeren naar de te verwachten termijn van aansluiting. Dit zodat partijen hier niet alleen hun planning en bouwtijd/opleverdatum op af kunnen stemmen, maar ook concrete afspraken kunnen maken over overschrijding van deze termijn (in tijd en geld);
  • het is ook aan te bevelen om in een zo vroeg mogelijk stadium vast te leggen wie de opdrachtgever van de netbeheerder wordt en/of van wie verwacht wordt dit (voor)overleg aan te gaan.

Relevante jurisprudentie in dit kader is: Rb. Arnhem 24 december 2008, ECLI:NL:RBARN:2008:BG9660; RvA d.d. 9 april 2021, 81788 en d.d. 15 november 2021, 81789 en 81880 (uitspraken Raad van Arbitrage in bouwgeschillen te raadplegen via: RvA > Raad van Arbitrage in bouwgeschillen); Rb. Den Haag 10 maart 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:2174

Ad ii. De betaling van de aanneemsom/termijnenregeling

De vertraagde aansluiting van het te realiseren werk op het elektriciteitsnet kan ook ingrijpen op het moment waarop (een deel van) de aanneemsom verschuldigd is. Het is immers niet ongebruikelijk om overeen te komen dat de laatste termijn pas verschuldigd is bij oplevering van het werk, of na het verstrijken van overeengekomen onderhoudstermijnen (welke ook pas aanvangen na oplevering van het werk). Gelet op voornoemde uitspraken van de Raad van Arbitrage, waarin is bepaald dat oplevering van het werk alleen mogelijk is met nutsaansluiting, kan de aannemer zomaar eens een geruime tijd moeten wachten alvorens de volledige aanneemsom is voldaan. Partijen doen er goed aan om hier concreet zelf afspraken over te maken en deze op te nemen in de aannemingsovereenkomst:

  • voor de aannemer is het dan bijvoorbeeld aan te bevelen overeen te komen dat het ontbreken van een aansluiting op het elektriciteitsnet niet met zich meebrengt dat een deel van de aanneemsom, bijv. de laatste termijn, (nog) niet behoeft te worden betaald;
  • voor een opdrachtgever is het juist weer gunstiger om overeen te komen dat een deel van de aanneemsom pas verschuldigd is wanneer het werk ook daadwerkelijk op het elektriciteitsnet is aangesloten. Hiermee behoud je als opdrachtgever richting de aannemer een financiële prikkel om de netbeheerder te blijven aanmanen om tot een functionerende aansluiting te komen.

Conclusies en aanbevelingen

Vorenstaande jurisprudentie leidt tot de volgende conclusies en aanbevelingen in relatie tot netcongestie en de gebruikelijke bepalingen in een aannemingsovereenkomst:

  • oplevering is alleen mogelijk met gerealiseerde en functionerende nutsaansluiting(en);
  • arbiters en rechters lijken terughoudend in het oordeel dat een aannemer volledig verantwoordelijk en aansprakelijk is voor een vertraagde functionerende aansluiting op de nutsvoorziening. Ingeval de periode die het vergt om de aansluitingen te doen realiseren door het nutsbedrijf langer duurt dan de ter zake die aansluiting gebruikelijke periode, lijkt aannemer een succesvol beroep op overmacht te kunnen doen;
  • het realiseren van een functionerende nutsaansluiting ligt op het kritieke pad van de planning; eventuele in de periode van vertraging als gevolg van de vertraagde nutsvoorziening nog verrichte werkzaamheden, worden niet relevant geacht en maken dus niet dat op die dagen het beroep op overmacht wordt gepasseerd;
  • een aannemer mag echter veelal ook niet stilzitten. Van de aannemer mag verwacht worden dat hij de netbeheerder actief aanmaant om voor een tijdige aansluiting op het net te zorgen en als de netbeheerder al te laat is, hij deze aanmaant om alsnog de aansluiting te bespoedigen. Doet hij dit niet, dan kan gesteld worden dat de vertraging niet volledig buiten de invloedsfeer van de aannemer valt, en daarmee mogelijk dus wel aan hem toe te rekenen is;
  • contractueel kan in de hand worden gewerkt dat de realisatie van een functionerende aansluiting op het elektriciteitsnet (meer) binnen de invloedssfeer van de aannemer valt, zodat de kans op een succesvol beroep op overmacht wordt verkleind. In dat geval dienen er zijdens de aannemer mogelijkheden worden gecreëerd om de nutspartij aan te spreken. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door:
    • de aannemer in een zo vroeg mogelijk stadium verantwoordelijk te maken voor een tijdige netaansluiting en ter zake ook van hem te verlangen op tijd in (voor)overleg te treden met de netbeheerder;
    • de aannemer opdracht te laten geven aan het nutsbedrijf voor de netaansluiting; en/of
    • het nutsbedrijf – voor zover redelijkerwijs mogelijk – partij te maken in een eventueel gesloten coördinatieovereenkomst.

Andersom geldt natuurlijk dat een aannemer er goed aan doet om dergelijke verplichtingen zoveel als mogelijk af te houden en de opdrachtgever verantwoordelijk te laten zijn voor de aansluiting op het elektriciteitsnet;

  • ook is het mogelijk om contractueel de verantwoordelijkheden inzake de realisatie van de benodigde nutsaansluiting uit te sluiten. Desalniettemin lijkt uit de jurisprudentie te kunnen worden afgeleid dat ook ingeval een opdrachtgever zijn/haar aansprakelijkheid volledig heeft uitgesloten, dit niet maakt dat de aannemer ter zake dan volledig verantwoordelijk is. Ook in een dergelijke situatie wordt veelal nog steeds gekeken naar de mate van invloed die een aannemer op het nutsbedrijf heeft kunnen uitoefenen. Een beroep op overmacht zijdens aannemer is ook in dat geval niet per definitie uitgesloten. Het is aldus raadzaam om de partij die geacht wordt voor de nutsaansluiting aansprakelijk te zijn, ter zake ook voldoende bevoegdheden toe te kennen om dit te kunnen realiseren en ook afspraken te maken die in de hand werken dat een tijdige netaansluiting mogelijk is.

In de aanloop naar ons Speedcollege ‘Netcongestie’ dat op 6 november aanstaande plaatsvindt, verzorgt Weebers Vastgoed Advocaten een blogreeks over de juridische impact en perspectief voor vastgoedprojecten bij netcongestie. De ontvangst voor het Speedcollege start om 15:30 uur in het Philips Museum te Eindhoven. Aanmelden kan nog vóór 3 november 2024 per e-mail: sc@vastgoed-advocaten.nl.

Cindy Koppens-van Grinsven, november 2024

Contactpersonen: